Met De Privacytest en het realityprogramma Hunted zette de publieke omroep het onderwerp ‘privacy (online)’ de afgelopen week volop in de schijnwerpers. Een goed initiatief, maar wel een beetje laat nu vrijwel alle gegevensuitwisseling via internet plaatsvindt. En weten we nu precies hoe het zit met onze privacy?
Als televisieprogramma zat De Privacytest goed in elkaar: vlotte presentatie, komische visuals om privacyaspecten te illustreren (in plaats van lange, droge teksten), een ethische hacker die live demonstreerde hoe makkelijk hij via het wifi-netwerk bij het publiek kon inbreken en een spelelement om het publiek in de studio en de kijkers thuis bezig te houden. Als deskundigen waren twee journalisten van De Correspondent aanwezig, die onlangs het boek ‘Je hebt wél iets te verbergen’ hebben uitgebracht.
So far, so good. Wat de makers in al hun ijver alleen over het hoofd hadden gezien, was dat de data (foto’s) die de hacker aan de smartphones van de aanwezigen wist te ontfutselen zonder toestemming van de betrokkenen op tv werden getoond.
Het maakt dus blijkbaar uit in welke context foto’s (= data) worden getoond! Instagram als sociaal netwerk is iets anders dan landelijke televisie!
Doel van de demo door de hacker was te laten zien hoe met name jongeren achteloos foto’s van net behaalde rijbewijzen of pas verkregen huissleutels op sociale media plaatsen, duidelijk leesbaar en makkelijk te kopiëren.
Daaruit blijkt dat het voor jongeren lang niet altijd helder is welke risico’s zij online lopen. Die onwetendheid wordt weerspiegeld door het grote percentage jongeren dat zegt zich geen zorgen te maken over hun privacy op internet. EenVandaag hield een enquête onder 1135 jongeren voorafgaand aan de uitzending.
Volgens SKO (Stichting KijkOnderzoek) keken er die avond in totaal 411.000 mensen naar De Privacytest. Het realityprogramma Hunted (oorspronkelijk van het Britse Channel 4) trok iets meer kijkers: 489.000. Dat zijn behoorlijke kijkcijfers voor een NPO3-programma, maar Nederland telt 16 miljoen internetgebruikers. Weten die allemaal welke risico’s zij online lopen?
Te oordelen naar de zoekopdrachten van die week bij Google, heeft de uitzending wel het effect gehad dat er meer interesse was voor het onderwerp ‘privacy’.
Wetgeving onderbelicht
In dat opzicht is het boek van Maurits Martijn en Dimitri Tokmetzis echt een aanrader, omdat daarin aan de hand van gedegen onderzoek wordt beschreven hoe de privégegevens van elke internetgebruiker in feite elektronische handelswaar zijn.
Enige kritiek die je op het boek zou kunnen geven, is dat er vrij weinig aandacht wordt besteed aan wetgeving. Zo heeft de Eerste Kamer op 4 oktober het wetsvoorstel Cliëntenrechten bij elektronische verwerking van gegevens aangenomen, dat voor elke ingezetene van dit land van belang is.
Het blijkt al jaren voor te komen dat gemeenten, verzekeraars en arbodiensten vaak ten onrechte een beroep op burgers doen om hun hele medische dossier bij de huisarts op te vragen, terwijl dit helemaal niet mag.
De nieuwe wet regelt hoe zorgverleners om moeten gaan met medische gegevens van patiënten. De wet geeft elke burger het recht om zelf te bepalen met welke zorgverlener zijn dossier elektronisch wordt uitgewisseld én welke informatie precies wordt gedeeld. Zorgverleners hebben nog drie jaar de tijd om hun elektronische systemen aan de wet te laten voldoen. Het wetsvoorstel is overigens niet zonder kritiek geweest.
Er is meer regelgeving in de maak die van belang is voor de burger. Vreemd genoeg is er weinig aandacht voor in de media. Misschien moet er eens een tv-programma over worden gemaakt?