Trekken media les uit ‘Parijs 7-9 januari 2015’?

Cover van The New Yorker

Toen Gunther Walraff in 1985 zijn boek “Ganz Unten” publiceerde, ging er een golf van verontwaardiging door Duitsland. In zijn boek – in feite een undercover reportage – beschreef  Wallraff misstanden in de werkomstandigheden van buitenlandse gastarbeiders in de Duitse industrie. Ze werkten soms 300 uur per maand in mensonterende omstandigheden. De publicatie leidde tot onderzoeken van justitie bij de in het boek genoemde werkgevers, die er door middel van rechtszaken alles aandeden om Walraff het werken verder onmogelijk te maken.
Vanaf dat moment echter konden politiek, media en het grote publiek er niet meer omheen: de groeiende aanwezigheid van wat toen nog ‘gastarbeiders’ heetten, was een issue. Na vertaling – de Nederlandse titel was “Ik (Ali)”  – ook in andere Europese landen.

In het Mediaforum (De Ochtend, Radio 1) zei Jeroen Smit – bekend van “De Prooi” en tegenwoordig hoogleraar Journalistiek aan de Faculteit der Letteren van de Rijksuniversiteit Groningen – vrijdagochtend onder meer het volgende:

“De les die de Nederlandse media uit deze gebeurtenissen moeten trekken is: doen wij er eigenlijk wel genoeg aan? Hebben wij genoeg experts dat zij dit stuk van de samenleving voldoende aan het woord laten, voldoende in kaart brengen, reportages maken…..Ik denk dat je dan schrikt van het antwoord.”

Smit was niet de enige die naar aanleiding van de gebeurtenissen in Frankrijk een oproep deed voor verantwoorde journalistiek. Ook Remko van Broekhoven – politicoloog en docent aan de School voor Journalistiek in Utrecht – hield op de website van de nieuwe reporter een soortgelijk pleidooi.

‘Evenwichtige berichtgeving’
En het is dat Volkskrant magazine dit weekend voor een belangrijk deel gewijd was aan succesvolle Turkse Nederlanders, maar waarom zijn er zo weinig artikelen in de mainstream pers verschenen over inspirerende immigranten? Wij zijn immers ook niet zuinig met succesverhalen over ‘onze eigen soort’, dus waarom niet – tussen alle berichten over losers, tuig en terroristen – ook eens aandacht voor die vertegenwoordigers van onze multiculturele samenleving?
De zakelijke media hebben daar de afgelopen jaren wél regelmatig aandacht aan besteed.
Zo stond de topman van luchtvaartmaatschappij Corendon, Atilay Uslu, in 2010 al op de cover van managementblad De Zaak en nog vorig jaar schreef ik voor hetzelfde blad een artikel over het boek Tutti Frutti. Auteur Saskia Maarse reisde twee jaar lang kriskras door het land om de verhalen op te tekenen van eerste-, tweede- en derdegeneratie migranten over wat het ondernemen hun gekost én gebracht heeft. Dat zijn verhalen die zowel voor autochtone als allochtone Nederlanders interessant zijn en een ander beeld geven van een bevolkingsgroep die doorgaans weinig flatteus in beeld gebracht wordt.
Het is misschien niet sensationeel, maar het is die sensatiezucht die onder meer leidde tot het ontsporen van de redacteur bij Trouw.

Memorabel 2014 – deel 3 (slot)

Cover_Adrian_Monck2014 was al een woelig jaar wat de media betreft, maar de affaire rond de Trouw-redacteur die bronnen bleek te hebben verzonnen, deed letterlijk de deur dicht. Het leverde de laatste dagen van 2014 bespiegelingen over het vak op van niet de minsten uit het vak: van Hans Laroes (oud-hoofdredacteur NOS-Journaal) tot Pieter Klein (adjunct-hoofdredacteur RTL Nieuws) – allen zijn zij het over één ding eens: de journalistiek verkeert in een vertrouwenscrisis.

De meest opmerkelijke bijdrage aan het debat was echter van Mark Deuze, die op zaterdag 27 december in NRC/Handelsblad een stuk schreef waarin hij de affaire ‘in een brede maatschappelijke context plaatste’ – zoals hij het zelf noemde. Opmerkelijk niet alleen door de inhoud, maar vooral ook door de reacties erop. Heeft u er nog niets van ‘meegekregen’, dan bent u het snelst ‘bij’ door het blog van Deuze te lezen.

Media en vertrouwen. Die twee hebben altijd al op gespannen voet met elkaar geleefd. Adrian Monck heeft over dat spanningsveld in 2008 een heel aardig boekje geschreven, waarin hij vier redenen noemde waarom de media in de jaren negentig van de vorige eeuw het vertrouwen verloren.
1. Het product beantwoordde niet meer aan de behoeften van de consument.
Voor alle duidelijkheid schreef hij erbij: het was niet alleen de vorm, maar de inhoud. Dat laatste zal elke journalist (jong of oud) bekend in de oren klinken.
Elke website heeft tegenwoordig een lijst met ‘Meest gelezen artikelen’. Die lijsten tonen al aan waar het verschil zit tussen redactie en lezers als het om prioriteiten gaat.
En uiteraard speelt de generatiekloof een rol: het interesseert iemand jonger dan dertig echt geen ene moer of de Rolling Stones nog doorgaan met muziek maken. Of, dichter bij huis: wat Johan Cruyff van het Nederlandse voetbal vindt.
Bovendien: je kan nieuws toch ook googlen…?
2. Een gebrek aan vertrouwen in alles wat ‘van boven’ komt.
‘De media’ worden door veel mensen toch gezien als iets ‘van boven’ (zie de reacties op Deuze’s artikel in NRC). Bovendien worden de media gezien als brengers van slecht nieuws en rampspoed én zijn ze sensatiebelust! De burger wordt mondiger…
3. Pure onwetendheid
Veel mensen hebben geen flauw idee welke signatuur een krant heeft. Wie kent überhaupt dat woord? De communis opinio is ‘De meeste media zijn toch links…..’ De vraag is ook nog eens of de media zelf nog wel weten welke signatuur ze hebben.
4. Wij meten gewoon het verkeerde – vertrouwen is voor consumenten helemaal niet zo’n issue. Net zo min als het dat trouwens is voor de eigenaren van de media, de investeerders. Kijk naar de banken. Na de kredietcrisis vertrouwt niemand ze meer, maar ze zijn er nog steeds… Ze worden beschouwd als een ‘noodzakelijk kwaad’. Het publiek is sceptischer geworden.

Oplossing? Een deel van de oplossing zit ‘m in open data:  het vrijelijk toegang geven tot al die gegevens – van overheden, instellingen en bedrijven – waar ooit de media met veel pijn en moeite alleen toegang toe kregen. Maak het moeilijker voor de mensen om onwetend te zijn. Daarnaast heeft open data als voordeel dat nieuwe media het zullen gebruiken om te duiden of te onthullen.

Feiten
Tot slot nog een paar feiten over 2014: na de overname door de Persgroep (de Volkskrant, Algemeen Dagblad, Trouw en Het Parool) van Wegener begint de Nederlandse krantenwereld steeds meer te lijken op een twee uitgeversland.
Realiseren wij ons trouwens dat nu NRC Media eigendom is geworden van het Belgische Mediahuis (De Standaard, Het Nieuwsblad, Gazet van Antwerpen en Het Belang van Limburg), dat Belgische uitgevers meer dan de helft van de Nederlandse dagbladenmarkt in handen hebben?

Bron: Marktmonitor

Ook de Nederlandse tijdschriftenmarkt kende veel veranderingen en met uitzondering van bladen als Linda is het lek daar nog steeds niet boven. De damesbladenmarkt werd in 2014 overigens verrijkt met de komst van de Nederlandse editie van Harper’s Bazaar.

Je zou het in een tijd van Google bijna vergeten, maar er zijn nog persbureaus. Alleen wel minder: het ANP nam Novum over.

Als wij topman Bert Habets van RTL mogen geloven valt het allemaal wel mee in de omroepwereld. Dat laatste woord gaat trouwens ook op de schroothoop: RTL is een ‘media- en entertainmentbedrijf’.

Maar ook uit dat interview blijkt dat de omroepbonzen de hete adem van internet in hun nek voelen hijgen. Netflix is in menige huiskamer al de norm, terwijl (illegale) alternatieven als PopcornTime in populariteit groeien.

Lichtpuntjes om mee af te sluiten: natuurlijk het onvolprezen Blendle. En is het u al opgevallen dat de Correspondent er een concurrent bij heeft gekregen in de vorm van Jalta, dat ‘kwaliteit en verdieping’ en ‘de beste commentatoren’ belooft?

Foto van het jaar 2014

Opnieuw leren kijken. Het Duitse opinieweekblad Die Zeit wijdde deze week onder de titel ‘Drama’s en wonderen’ het complete eerste katern van de papieren editie aan dit thema. Citaat:

“Er is iets gebeurd met beelden. Wij kijken er niet meer naar, zij kijken naar ons. Wij houden ze niet meer vast, nee, ze omgeven ons eerder. Je kan ook niet meer zeggen dat wij ‘foto’s maken’ – ze worden nauwelijks meer gemaakt, ze overkomen ons meer, ze worden bijna in- en uitgeademd. Fotoapparatuur, of beter: apparaten waarmee opnamen gemaakt kunnen worden, zijn eerder regel dan uitzondering. Er doen zich nauwelijks meer gebeurtenissen voor zonder een cameraoog.”

“Dat heeft gevolgen”, zo gaat het artikel verder. Wij maken meer foto’s dan ooit, wij zien er meer dan wij kunnen verwerken. Bernd Ulrich – auteur van het artikel – onderscheidt twee categorieën van foto’s: die van de wereld en die van onszelf, onze vrienden en familie.
Hoe maak je in die (over)vloed van beelden uit het jaar 2014 een foto weer zichtbaar?

Zeit_selectie_2014Om die vraag te beantwoorden paste de redactie van Die Zeit voor dit nummer een werkwijze toe, omgekeerd aan wat zij normaliter altijd doen. Normaliter wordt bij een artikel een passende foto gekozen. Ze deden het nu andersom: de beeldredactie en de art director kozen eerst met zorg foto’s uit. Pas daarna werden er korte teksten bij geschreven. Het resultaat is op negen achtereenvolgende pagina’s zichtbaar.

Mark Strand (1934 – 2014) – Canadees-Amerikaans dichter schreef jaren geleden ooit een verhelderend essay over ‘Het verschil tussen familiefoto’s en foto’s van de rest van de wereld’.
Citaat:

“Wij geven minder om de wereld dan om wat er in onze directe omgeving gebeurd; daarnaast kunnen wij onszelf heel goed het middelpunt wanen van onze eigen omgeving, maar het zou gekheid zijn om dat van onszelf te zeggen in een groter verband. Wanneer wij beelden van de wereld zien, worden wij zelden tot bespiegelingen en herwaarderingen van onszelf gedwongen.
Wij voelen zelden de behoefte om in het reine te komen met wat al schijnt te zijn gebeurd of duidelijk is, hoe exotisch ook. Onze reactie is er méér een van passieve acceptatie.
En het visuele klimaat of karakter van de foto is ondergeschikt aan een cultureel of historisch bepaalde code. Zelfs als de foto vreselijk maatschappelijk leed laat zien, zal hij niet onverklaarbaar problematisch lijken; in plaats daarvan biedt de foto een allegorie om zichzelf te verklaren.
Goed en kwaad zullen terecht worden ‘onthuld’ – de reden dat de foto ons aanspreekt, is omdat hij tot een beter begrip leidt.
Met andere woorden, dergelijke foto’s worden in een vertrouwd verband geplaatst.
Dat is het grote verschil met familie- en vriendenfoto’s: je ontdekt daarin meestal iets wat je eerst niet ‘zag’.” 

Memorabel 2014 – deel 2

Made_in_Europe_cover2bEr was eens een Deense schoenmakerszoon, mislukt toneelspeler die jaarlijks met kerstmis een bundel sprookjes publiceerde en ….. er wereldberoemd mee werd. Zijn naam? Hans Cristian Andersen.
De sprookjes van Andersen behoren tot de 208 verworvenheden uit de Europese cultuur die Pieter Steinz in Made in Europe. De kunst die ons continent bindt [Nieuw Amsterdam] heeft samengebracht.

Het boek komt voort uit de overtuiging dat ‘Europa vóór alles verenigd wordt door een gedeelde cultuur die haar oorsprong vindt in poëzie en proza.’ Je zou het niet zeggen als je het politieke gepalaver van het afgelopen jaar nog na hoort echoën, maar één blik in het boek en al die naargeestige stemmen verstommen.

Van de odalisken van Ingres en Delacroix tot de Britse puzzeldetective, van de Scandithriller (wie herinnert zich nog Sjöwall en Wahlöo?) tot de Villa Savoye van Corbusier: op min of meer alfabetische volgorde trakteert deze kleine atlas van de Europese cultuur de lezer op klassieke, moderne en toegepaste kunst verdeeld over acht categorieën. Architectuur, Beeldende kunst, Film, strip en fotografie, Literatuur, Muziek, Toneel en dans, Vormgeving en mode, Varia.
Zou bij iedere Europeaan in huis moeten liggen. Al was het maar voor het geval dat iemand de vraag stelt: ‘Wat maakt het leven de moeite waard?’

Pieter Steinz zal het boekenweekgeschenk 2015 schrijven met als thema ‘waanzin’.

Greenwald_cover_NLBegin december maakte Glenn Greenwald in een interview met het Duitse Merkur-Online bekend dat hij de geheime NSA-documenten in een database gaat plaatsen, zodat iedereen er toegang toe heeft.
In No Place To Hide beschrijft hij hoe Edward Snowden – onder de naam ‘Cincinnatus’ – exact twee jaar geleden per e-mail contact met hem zocht: of Greenwald PGP encryptie wilde gebruiken, zodat Snowden gevoelige informatie met Greenwald kon delen?
Greenwald aarzelde: ten eerste vroeg hij zich af of de afzender wel te vertrouwen was en ten tweede had hij geen flauw idee hoe hij PGP (Pretty Good Privacy) moest installeren en gebruiken. Zelfs toen Snowden hem een video-instructie stuurde over hoe hij een en ander moest doen, deed Greenwald niets.

Sinds dat eerste contact gingen er maanden voorbij (!), totdat documentairemaakster Laura Poitras hem medio april 2013 tijdens een bezoek aan New York vroeg om elkaar ergens te ontmoeten. Pas vanaf dat moment begon er vaart te komen in wat nu bekend staat als de ‘Snowden-affaire’.
Toen Greenwald in mei van dit jaar – ter gelegenheid van de presentatie van het boek – kort in Nederland was, legde hij nog eens uit hoe halfslachtig de gevestigde media reageerden op de eerste onthullingen. Ook Greenwald’s eigen status als professioneel journalist werd in twijfel getrokken….. Een van de redenen waarom hij dit jaar, samen met Poitras, een eigen online uitgave is begonnen.

Tijdens IDFA vonden in Amsterdam een drietal voorvertoningen plaats van Citizen Four, de documentaire die Laura Poitras over het ontstaan van de affaire maakte.
Greenwald’s boek is het uitgebreid gedocumenteerde verslag van een schandaal dat zijn weerga niet kent in de moderne geschiedenis en waarvan wij de gevolgen tot op de dag van vandaag ondervinden.

No Place To Hide is in Nederlandse vertaling, onder de titel De Afluisterstaat bij uitgeverij Lebowski verschenen.

Foto van de week (week 49, 2014)

De foto is al in oktober genomen, tijdens een synode over familieaangelegenheden. Toen begin december de Osservatore Romano bekend maakte dat het contract met de commandant van de Zwitserse garde, Daniel Anrig, niet wordt verlengd, dook de foto weer in de media op.
Anrig zou te autoritair zijn naar de zin van paus Franciscus, meldden Italiaanse media. Diezelfde Anrig was uitgever van een Vaticaans kookboek ‘Buon Appetito’, dat in de Duitstalige wereld al snel faam verwierf.

Het eerste kookboek van het Vaticaan is geschreven door de Jamie Oliver van de Zwitserse garde, David Geisser, en is voorlopig alleen in de Duitse taal verkrijgbaar. Uiteraard staat er een Argentijns 3-gangen menu in:

Empanadas op een bedje van sla

Colita de cuadril (biefstuk)

Dulce de leche

 

‘Buon Appetito’ bevat ook favoriete gerechten van een aantal aartsbisschoppen. Zo schijnt de Duitse aartsbisschop Georg Gänswein – die de bijnaam Bel Giorgio draagt – saltimbocca alla romana als favoriete dis te nuttigen.

Of de maaltijd de bisschoppen nog zo goed smaakt na de kerstboodschap van Franciscus – waarin hij de curie publiekelijk de oren waste, is niet bekend.


Foto van de week (week 48, 2014) – Familieleden van de 43 studenten die in september uit het Mexicaanse Ayotzinapa verdwenen, protesteren tegen de manier waarop de overheid de kwestie aanpakt. De studenten wilden een bijeenkomst van de burgemeestersvrouw verstoren en werden op last van de burgemeester overgedragen aan een lokale drugsbende. Daarna werd niets meer van hen vernomen. Mexico telt 27.000 vermiste personen.


Foto van de week (week 47, 2014) – de Belgische Marika Dee maakte een indrukwekkende reportage over jongeren in de hoofdstad van Mongolië, Ulaanbataar.

 

 

Memorabel 2014 – deel 1

Rotstekening Maros-Pangkep
Een van de gevonden rotstekeningen op Sulawesi (Foto: Kinez Riza).

‘Wetenschap? Dat is ook maar een mening.’ Een uitspraak die tegenwoordig niet ongebruikelijk is in bepaalde kringen. Fraudegevallen als die van sociaal psycholoog Diederik Stapel zijn daar natuurlijk debet aan, maar de vraag is of diezelfde mensen dat ook zeggen wanneer zij ernstig ziek worden….. Continue reading “Memorabel 2014 – deel 1”

Foto van de week (week 46, 2014)

Er waren 21 regeringsleiders bij aanwezig, maar u zult op de lijst van aanwezigen tevergeefs naar de namen van Europese te zoeken.
Deze foto werd genomen tijdens de APEC (Asian Pacific Economic Cooperation), die van 10 tot 12 november in Beijing plaatsvond.
Alleen de Westerse leiders van landen die aan de Stille Oceaan liggen, zijn daarbij welkom (wij zeggen om de een of andere reden ‘Stille’, maar in de rest van de wereld spreekt men van de ‘Pacific’).

Terwijl de Chinese leider Xi Ping in gesprek is met zijn Amerikaanse collega, speelt president Poetin un homme galant: hij legt een deken over de schouders van Peng Liyuan, de vrouw van Xi Ping – intussen besmuikt glimlachend naar haar man.
Een glimlach ter waarde van ruim 300 miljard dollar – het bedrag dat de Chinezen gaan betalen voor de levering van 30 miljard kubieke meter via een gaspijpleiding door het westen van Siberië. Die deal hebben beide heren namelijk een dag eerder gesloten.
In mei van dit jaar kwamen beide heren al de leverantie van een gasdeal voor de komende dertig jaar met elkaar overeen, maar die leiding moet via het oosten van Siberië gaan lopen.

De beelden van deze innige band werden door de Chinese censuur luttele uren daarna van internet verwijderd.
Let op de man die voorovergebogen de Chinese president influistert dat dit natuurlijk allemaal wel mooi en aardig is, maar ook slecht voor het kreukvrije imago dat de Chinese overheid graag verspreidt.
Een week later werd Poetin tijdens de top van de G-20 in het Australische Canberra praktisch genegeerd door alle Westerse regeringsleiders. Hij verliet  de top vroegtijdig.
Weer een week later maakte de Russische president in het Turkse Ankara bekend af te zien van de South Stream, een gaspijpleiding naar Europa via Bulgarije.

Het woord van het jaar

InforgOok dit jaar kunnen wij weer een woord van het jaar kiezen. Althans: een woord uit de selectie die Van Dale Uitgevers heeft gemaakt. Ik mis namelijk een aantal woorden.

Zoals u wellicht weet, gebruikt de mens van de ongeveer 100.000 woorden die hij kent, er hooguit 10.000. De samenstelling van die woordenschat verandert evenwel. De meest voor de hand liggende reden is natuurlijk ‘omdat de tijden veranderen’: van oude mensen en de dingen die voorbijgaan. Bovendien komen er nieuwe dingen bij en die moeten ook weer benoemd worden.
Hugo Brandt-Corstius zei daarover ooit in een interview met Liesbeth Koenen (NRC/Handelsblad, 26 april 1988):

“Op zichzelf is het raadselachtig: we weten dat oude woorden verdwijnen, of dat zij nieuwe betekenissen krijgen, en dat er nieuwe bijkomen. Het is net zoiets als de roklengte: die wordt korter en dan weer langer en het is onbegrijpelijk. De voornaamste reden waarom hij langer wordt is omdat hij daarvoor kort was. Er zijn alleen zekere grenzen aan de onder- en bovenkant. Zo komen woorden in de mode en dan verdwijnen ze weer.”

De redactie van Van Dale heeft tien algemene modewoorden van 2014 geselecteerd en daarnaast ook nog een aantal woorden in de categorieën Jongerentaal, Lifestyle, Sport & Amusement, Economie en Politiek.
Om met die algemene woorden te beginnen: ik heb ze alle tien bij Google ingevoerd om eens te kijken hoe vaak ze daar worden genoemd. Het resultaat van die zoektocht heb ik in de grafiek hieronder weergegeven:

Van-Dale's-woorden-vh-jaar-(Google)

Het mag duidelijk zijn dat het woord ‘fotobom’ verreweg de grootste populariteit geniet met ruim 580.000 zoekresultaten. Is het daarmee het woord van het jaar?

Want als het uitsluitend om de macht van het getal gaat, dan haalt ‘fotobom’ het niet bij ‘onesie’ (ruim 18 miljoen vermeldingen bij Google!).
U weet wat een ‘onesie’ is? Dat is een ‘ruimzittend, uit één deel bestaand huis- of pyjamapak dat alleen hoofd, handen en voeten vrijlaat, gewoonlijk met een ritssluiting aan de voorkant, soms met een capuchon’.

Buitenlandse woorden van het jaar
In Engeland is ‘photobomb’ overigens net deze week door Collins Dictionary tot woord van het jaar uitgeroepen. Daarbij dient te worden aangetekend dat in het Verenigd Koninkrijk meerdere uitgevers de woord-van-het-jaar verkiezing claimen. Zo heeft Chambers Dictionary het woord ‘overshare’ tot woord van het jaar gekozen, terwijl de prestigieuze Oxford Dictionary koos voor ‘vape’. Vape is een nieuw werkwoord: het inhaleren of uitblazen van de rook van een elektrische sigaret.

Bij onze Oosterburen doen ze ook aan het woord van het jaar. Wel eens van ‘Groko’ gehoord? Het woord staat voor de grote coalitie tussen de twee politieke partijen, die momenteel in Duitsland de regering vormen. Dat was in 2013 daar woord-van-het-jaar.
Als het overzicht van de Duitse woorden van het jaar iets aantoont, dan is het wel hoe Anglo-Amerikaans ons taalgebruik is geworden. Tel de van origine Engelstalige woorden maar eens in de totale selectie die Van Dale heeft gemaakt.
En wat dacht u van het woord ‘emoticon’, dat volgens de Global Language Monitor woord-van-het-jaar is?

Zelf heb ik ook een selectie gemaakt:

TvS-woorden-vh-jaar-(Google)

Korte toelichting:
Pandaporno                          – naar aanleiding van de geboorte in China van een pandadrieling. In het televisieprogramma Knevel en Van de Brink vertelde een Vlaamse dierentuinbaas dat de geboorte uniek was, omdat de beren nauwelijks jongen. Het vrouwtje is maar drie dagen per jaar vruchtbaar en het mannetje slaapt vooral. Oplossing: kunstmatige inseminatie of …..pandaporno. U leest het goed.

Infosfeer                                – het komt erop neer dat we binnenkort niet meer offline zullen zijn, maar altijd en overal online, omdat alles om ons heen – of het nu auto’s, gebouwen, meubilair of kleding is – is aangesloten op de ‘infosfeer’.

Inforg                                   – alles om ons heen zal kunnen ‘denken’ en voor ons denken. We zijn nu nog digitale immigranten in de infosfeer, binnenkort zullen we digitale autochtonen zijn. We zijn dan ‘inforgs’, informatie-organismes, entiteiten die uit informatie bestaan en in de infosfeer wonen. Het woord is geïntroduceerd door Luciano Floridi en kwam weer in het nieuws door de publicatie van Coen Simon’s boek Een stok om mee te denken. De techniek van filosofen.

Hockeygluurder                   – behoeft, denk ik, geen nadere toelichting.

Mag ik zelf kiezen, dan ga ik voor ‘ínforg’. Waarom? Omdat ik de indruk krijg dat wij langzamerhand al inforgs aan het worden zijn: ik ken mensen die zetten hun smartphone NOOIT uit, NOOIT – ook niet als zij slapen.

Foto van de week (week 45, 2014)

Het zou een kunstwerk kunnen zijn. Het is evenwel een foto van een planetenstelsel-in-wording.

Wat wij zien is HL Tauri – zoals astronomen de ster aanduiden op 450 lichtjaren van de aarde. De foto is gebaseerd op data van de ALMA-telescoop in het noorden van van Chili. ALMA (Atacama Large Millimeter Array) is een internationaal project, waaraan Europa, de VS, Canada, Japan en Taiwan deelnemen.
De opname is uniek omdat niet eerder zulke scherpe beelden van de materie rond een planetenstelsel-in-wording zijn gemaakt.  “Deze foto is revolutionair in de zin dat hij alle theorieën die er tot dusver over planeetvorming bestonden aan het wankelen brengt”, zei Catherine Vlahakis, een van de wetenschappers betrokken bij ALMA. Tot nu toe werd aangenomen dat planeetvorming veel meer tijd in beslag nam. HL Tauri is niet ouder dan een miljoen jaar…

Content? Welke content?

Content_marketingContent marketing. Een magische term die iedereen werkzaam in de communicatiebranche momenteel in zijn greep houdt. Google de term er maar eens op na: u krijgt zeker meer dan 350 miljoen zoekresultaten voorgeschoteld. Iedereen is op zoek naar de heilige graal, die ene ring (precious!), de gouden formule.
Een week of wat geleden werd er in Utrecht een congres aan gewijd. Een zaal vol – opmerkelijk genoeg – vrouwen en een enkele man werd door binnen- en buitenlandse deskundigen ingewijd in de geheimen van de content…..

Letterlijk vertaald betekent content natuurlijk gewoon ‘inhoud’. Koop of bestel een product en op de verpakking staat altijd ergens wel ‘Content’, gevolgd door een heel verhaal (of opsomming van de ingrediënten).
En om dat verhaal gaat het. Zoals het eigenlijk overal om ‘het verhaal’ gaat. Margot Bloomstein vindt zelfs dat je daar als bedrijf/merk/persoon een strategie voor moet hebben: een content strategie. Bloomstein adviseert in de VS diverse bedrijven over hun content strategie. Volgens haar is dat:

‘Het plannen van de creatie, de levering en het beheer van nuttige, gebruiksvriendelijke inhoud, die bij een merk past.’

Bloomstein hield haar gehoor de volgende vraag voor: ‘Zitten wij te wachten op nóg meer content?’
‘Nee’, schudde natuurlijk iedereen het hoofd. Vooral ook omdat Bloomstein er het adjectief crappy (waardeloze) aan toe voegde. Nee, niemand zit te wachten op nog meer crappy content.

“Het gaat ook niet om méér content, maar om de JUISTE content”, aldus Bloomstein. Zij ondersteunde haar keynote met slides, geprojecteerd op de muren van de hal. En zo deed zij overtuigend verslag van een autorit die zij ooit met haar ouders maakte. Haar ouders wilden onderweg ergens eten, maar de grote reclameborden onderweg toonden alleen maar variaties op hot dog-restaurants. “Ze kregen niet de juiste content te zien, dus stopten ze niet.”

Content, aldus Bloomstein, beïnvloedt de ervaring. Zoals alle goede literaire auteurs weten. Je moet dus weten naar wat voor ervaring je IKEA_wandelroutebezoekers op zoek zijn. Sommigen willen – net als in een fysieke winkel – eerst even op hun gemak bekijken wat er zoal in huis is..
In dat verband noemde Bloomstein de bewegwijzering in IKEA-filialen: je kan kiezen voor de snelle of de langzame route. In het laatste geval ‘ontdekt’ de bezoeker zelf het product.

Biedt de bezoekers van je website een goed verhaal als ze daar naar op zoek zijn – daar kwam Bloomstein’s keynote in feite op neer.

Met dat goede verhaal worstelen ook de grote merken bleek nog diezelfde week uit de column van Annet Aris in Het Financieele Dagblad onder de titel Verdwijnt in de digitale wereld de magie van het merk? Aris geeft les in digitale strategie aan businessschool Insead in Fontainebleau.
Aris probeerde in haar column een aantal argumenten te benoemen vóór en tegen de stelling dat merken minder belangrijk worden in een digitale wereld. Afgelopen donderdag volgde in hetzelfde dagblad een reactie van Roland van der Vorst. Van der Vorst verhuisde vorig jaar naar Singapore – na hier een aantal jaren succesvol een reclamebureau te hebben geleid – om in Azië zijn geluk als ondernemer te beproeven.
Citaat:

“Als merken dromen verkopen die niets te maken hebben met wat ze daadwerkelijk doen, kunnen ze beter inpakken. Een merk plaatst dat wat een organisatie doet in een context, het biedt een verhaal dat keuzes afdwingt bij stakeholders. Wie dat verhaal niet waarmaakt, wordt afgestraft. Maar dat verhaal blijft belangrijk. Digitalisering doet namelijk de grenzen tussen productcategorieën vervagen. Dat roept identiteitsvragen op waar het merk antwoord op kan geven.”

Het verhaal is nog lang niet afgelopen. Wordt (ongetwijfeld) vervolgd.