Opnieuw leren kijken. Het Duitse opinieweekblad Die Zeit wijdde deze week onder de titel ‘Drama’s en wonderen’ het complete eerste katern van de papieren editie aan dit thema. Citaat:
“Er is iets gebeurd met beelden. Wij kijken er niet meer naar, zij kijken naar ons. Wij houden ze niet meer vast, nee, ze omgeven ons eerder. Je kan ook niet meer zeggen dat wij ‘foto’s maken’ – ze worden nauwelijks meer gemaakt, ze overkomen ons meer, ze worden bijna in- en uitgeademd. Fotoapparatuur, of beter: apparaten waarmee opnamen gemaakt kunnen worden, zijn eerder regel dan uitzondering. Er doen zich nauwelijks meer gebeurtenissen voor zonder een cameraoog.”
“Dat heeft gevolgen”, zo gaat het artikel verder. Wij maken meer foto’s dan ooit, wij zien er meer dan wij kunnen verwerken. Bernd Ulrich – auteur van het artikel – onderscheidt twee categorieën van foto’s: die van de wereld en die van onszelf, onze vrienden en familie.
Hoe maak je in die (over)vloed van beelden uit het jaar 2014 een foto weer zichtbaar?
Om die vraag te beantwoorden paste de redactie van Die Zeit voor dit nummer een werkwijze toe, omgekeerd aan wat zij normaliter altijd doen. Normaliter wordt bij een artikel een passende foto gekozen. Ze deden het nu andersom: de beeldredactie en de art director kozen eerst met zorg foto’s uit. Pas daarna werden er korte teksten bij geschreven. Het resultaat is op negen achtereenvolgende pagina’s zichtbaar.
Mark Strand (1934 – 2014) – Canadees-Amerikaans dichter schreef jaren geleden ooit een verhelderend essay over ‘Het verschil tussen familiefoto’s en foto’s van de rest van de wereld’.
Citaat:
“Wij geven minder om de wereld dan om wat er in onze directe omgeving gebeurd; daarnaast kunnen wij onszelf heel goed het middelpunt wanen van onze eigen omgeving, maar het zou gekheid zijn om dat van onszelf te zeggen in een groter verband. Wanneer wij beelden van de wereld zien, worden wij zelden tot bespiegelingen en herwaarderingen van onszelf gedwongen.
Wij voelen zelden de behoefte om in het reine te komen met wat al schijnt te zijn gebeurd of duidelijk is, hoe exotisch ook. Onze reactie is er méér een van passieve acceptatie.
En het visuele klimaat of karakter van de foto is ondergeschikt aan een cultureel of historisch bepaalde code. Zelfs als de foto vreselijk maatschappelijk leed laat zien, zal hij niet onverklaarbaar problematisch lijken; in plaats daarvan biedt de foto een allegorie om zichzelf te verklaren.
Goed en kwaad zullen terecht worden ‘onthuld’ – de reden dat de foto ons aanspreekt, is omdat hij tot een beter begrip leidt.
Met andere woorden, dergelijke foto’s worden in een vertrouwd verband geplaatst.
Dat is het grote verschil met familie- en vriendenfoto’s: je ontdekt daarin meestal iets wat je eerst niet ‘zag’.”