5 dingen die je moet weten over nepnieuws

“Als ik een woord gebruik”, zei Humpty Dumpty op minachtende toon, “betekent het precies wat ik wil dat het betekent – niets meer en niets minder.”
“De vraag is”, zei Alice, “of je woorden zoveel verschillende betekenissen kan geven.”
“De vraag is”, zei Humpty Dumpty, “wie er de baas is – dat is alles.”
Uit Achter de Spiegel (Through The Looking Glass) van Lewis Carroll.

Social media blijken het ideale vehikel om nepnieuws te verspreiden. Dat is op zichzelf al ernstig genoeg, maar bij verkiezingen kan het van invloed zijn op het kiezersgedrag. De gephotoshopte afbeelding van D66-lijsttrekker Pechtold was daar begin deze week weer een voorbeeld van.

Hoe stellen wij ons tegen die misleiding teweer? 5 richtlijnen om met nepnieuws om te gaan.

1.Feitenkennis

“De paradox van de feitenbouwers is dat ze tegelijkertijd het aantal mensen dat aan de actie deelneemt moeten vergroten – zodat de bewering verspreid wordt – én moeten verkleinen, zodat de bewering verspreid wordt zoals ze is.”

Bovenstaand citaat is afkomstig uit Science in Action (1987) van Bruno Latour, Frans socioloog en filosoof. In zijn boek stelt hij o.m. de vraag hoe wetenschappers en techneuten mensen buiten hun eigen netwerk kunnen overtuigen van de door hen ontdekte feiten. Of, anders geformuleerd: hoe kunnen mensen dingen geloven die ze zouden kunnen weten?

Volgens Latour is het zinloos om mensen voor ‘dom’, ‘onnozel’ of ‘irrationeel’ uit te maken –  je moet met harde feiten komen.

Een goed voorbeeld is het volgende bericht dat via Facebook werd verspreid tijdens de presidentsverkiezingen in de VS door een aanhanger van de Republikeinen:

De afgebeelde vrouw (zogenaamd in elkaar geslagen door tegenstanders van Trump), bleek actrice Samara Weaving te zijn. De foto werd gemaakt tijdens de opnamen voor een horror-serie waarin zij een rol speelt. Tot aan het moment waarop het bedrog werd ontdekt, was het bericht al bijna 30.000 keer gedeeld en voorzien van commentaar gericht tegen de Democraten.

Een ander voorbeeld was het bericht dat Trump’s adviseur en campagnemanager, Kellyanne Conway, begin februari via Twitter verspreidde. Ter rechtvaardiging van het inreisverbod dat Trump had uitgevaardigd tegen inwoners van zeven overwegend islamitische landen, noemde zij de zogenoemde ‘Bowling Green slachting’. Bowling Green is een kleine plaats in de staat Kentucky.

Joe Sonka is redacteur bij een nieuwssite in die staat. Toen hij op de hoogte werd gebracht van Conway’s bericht, herinnerde hij zich die zaak. In 2011 werden twee Iraakse vluchtelingen gearresteerd omdat zij geld en wapens hadden gestuurd naar Irak, bestemd voor een terroristische beweging. Dat hadden zij gedaan vanuit hun huis in de plaats Bowling Green. Het incident leidde indertijd tot een strengere immigratieprocedure voor mensen uit Irak. Maar de arrestanten hadden geen plannen voor een aanslag in de VS. En dus verstuurde hij het volgende bericht op Twitter:

Zijn bericht werd overgenomen door mainstream media als Vox, The Washington Post, CNN en Fox News en werd zelfs genoemd in Saturday Night Live. Sonka’s bericht werd uiteindelijk door 2,4 miljoen mensen bekeken, maar belangrijker was dat Conway publiekelijk toegaf een vergissing te hebben gemaakt.

2. Het verschil tussen een ‘gewone’ politieke leugen en een totalitaire leugen

In Orwell’s 1984 is het doel van het Ministerie van Waarheid om alle kennis over het verleden te vernietigen. Oude kranten en boeken worden opnieuw uitgegeven, maar met een ‘nieuwe’ inhoud. Het ultieme doel is dat mensen feiten vergeten, namen vergeten, plaatsen vergeten, zelfs woorden vergeten.
Mensen herinneren zich alleen wat hen vandaag geleerd wordt. Morgen kan het weer iets anders zijn. Wat eergisteren is gebeurd en wat zij zich gisteren herinnerden, is vandaag niet gebeurd….. In feite zijn het geen mensen meer. Het gevolg is dat zij niet meer denken, niet meer iets maken, en dus ook niet in opstand zullen komen.
Als dus alle fysieke bewijzen van gebeurtenissen en de herinnering daaraan zijn vernietigd, is er geen enkele manier om aan te tonen dat iets ‘waar’ is. Er is geen mogelijkheid meer om te verwijzen naar ‘de waarheid’ – behalve wat algemeen als waarheid wordt aangenomen.
Dat heet totalitarisme.

Een ‘gewone’ politieke leugen biedt altijd nog de mogelijkheid om aantoonbaar te worden ontmaskerd als leugen.
Een politiek leugentje om bestwil (‘Ik was niet op de hoogte van het bestaan van het bonnetje’, ‘Ik had geen seks met die mevrouw’) is op zichzelf niet zo bijzonder, zolang het een duidelijke en simpele leugen is met een specifiek doel (het redden van iemands politieke hachje). Dat komt bijna wekelijks voor in de politiek – recent nog met de Franse presidentskandidaat Fillon.

De Poolse filosoof Leszek Kolakowski schreef in een essay-bundel over Orwell’s boek: ‘Voor totalitaire systemen zijn de sociale, psychologische en cognitieve functies van liegen interessant. In zo’n situatie verdwijnt het onderscheid tussen waarheid en politieke ‘rechtvaardigheid’. Psychologisch interessant, omdat mensen door leugens worden getraind in verwarring (wat is waar en politiek rechtvaardig?) en hen sterkt in het geloof dat er geen objectieve waarheid is en dat alles waar kan zijn, als ‘de autoriteit’ dat zegt.’

3. Taal en nepnieuws

Historicus Alfred R. Ferguson waarschuwde in een beschouwing over het taalgebruik in totalitaire staten voor de ontkenning van een waarde die tot op heden aan de aandacht van dictators is ontsnapt, namelijk de verbeeldingskracht. Het vermogen om zelf iets anders te bedenken.

Om iets anders te kunnen bedenken, moet je creatief kunnen zijn. En voor creativiteit zijn twee dingen nodig: een geheugen (geschiedenis) en taal. Van die twee is taal het meest essentieel, want zonder taal is er geen consistente, samenhangende geschiedenis.
Om absolute controle te krijgen over verleden, heden en toekomst moeten de taal en geschiedenis eerst ontdaan worden van verwijzingen naar een externe, bestaande realiteit.

Die realiteit – waar ‘echte dingen’ gebeuren – bestaat alleen maar bij de gratie van een taal die de wereld objectief, concreet en specifiek beschrijft en tot de verbeeldingskracht spreekt. Als onze taal niet meer concreet is, betekenisloos en subjectief, kunnen wij geloven dat alles mogelijk is. En als wij denken dat alles mogelijk is, kunnen wij dan nog wel zelf iets maken?

Door de grammatica en de syntaxis van taal af te breken en onze woordenschat te beperken tot enkele abstracties zonder specifieke inhoud, produceren wij niet meer dan geluiden waarvoor wij onze hersens niet meer nodig hebben.

4. De verspreiding van nepnieuws

Begin november schreef ik op dit blog al over de discutabele rol die social media kunnen spelen bij politieke verkiezingen. In dat artikel maakte ik melding van een onderzoek door Russell Goldenberg naar de verspreiding van Facebook-berichten. Dat verspreiden was allemaal mensenwerk.

Uit onderzoek van mediaprofessor Jonathan Albright blijkt echter dat nu ook kunstmatige intelligentie ingezet wordt op YouTube om nepnieuws te verspreiden. In relatief korte tijd ontdekte hij op YouTube negentien kanalen met bijna 80.000 video’s aan nepnieuws. Volgens zijn berekening wordt er met behulp van AI (artificial intelligence) elke drie tot vier minuten een video geüpload met nepnieuws.
Albright schrijft dat hij zich niet voor kan stellen dat YouTube daar niet van op de hoogte is.

5. De bestrijding van nepnieuws

In een recent artikel in The Guardian schrijft Jimmy Wales, medeoprichter van Wikipedia, dat bestaande mediaorganisaties (kranten, radio en televisie, uitgevers) een rol moeten spelen bij de bestrijding van nepnieuws….. Zij beschikken over de mensen en de middelen om echt van onecht te onderscheiden, aldus Wales.

Wales: ‘Nepnieuws-sites zien er bedrieglijk echt uit – qua design en dankzij de enorme voorradigheid aan beeldmateriaal. Er moeten dus nieuwe digitale manieren ontwikkeld worden om echt van onecht te onderscheiden. Dat kan niet uitsluitend aan algoritmes worden overgelaten, daar zijn mensen voor nodig en samenwerking.’
Wales pleit voor een ‘open model’, net als Wikipedia, waar iedereen aan kan bijdragen, maar waar ook iedereen kritiek op de inhoud kan leveren en er een discussie over kan aangaan.

In de aanloop naar de Franse presidentsverkiezingen op 23 april en 7 mei zijn zeventien lokale en landelijke nieuwsorganisaties een project gestart, getiteld Crosscheck. Behalve gerenommeerde namen als persbureau AFP (Agence France Presse) en kranten als Le Monde en Libération, nemen ook regionale en lokale kranten en nieuwssites deel aan het samenwerkingsverband.
Elke redactie zet haar eigen ervaring, middelen en regionale kennis in bij de controle van nieuws om zo de kwaliteit van de berichtgeving te garanderen.

Naast reeds bestaande tools als Crowdtangle en Google Trends zal het Franse project ook gebruik maken van een technologie als Spike, waarmee nieuws kan worden gesignaleerd dat plotseling viraal gaat. Het project gaat op 27 februari live.
De website van Le Monde heeft al enige tijd een eigen pagina, Les Décodeurs, waarop nepnieuws wordt gesignaleerd. Bovendien biedt de krant lezers een tool aan in de vorm van een extensie voor Chrome of Firefox, waarmee nieuws kan worden geverifieerd.

Met nog een paar weken te gaan voor de Tweede Kamerverkiezingen in eigen land valt het – op zijn zachtst gezegd – te betreuren dat een dergelijk initiatief hier niet van de grond is gekomen.

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.