Op 30 september verloopt het contract dat de Verenigde Staten het beheer gaf over een deel van de ICANN (Internet Corporation for Assigned Names and Numbers). Vanaf 1 oktober is ‘het bestuur van internet’ vrij van directe overheidsbemoeïenis. Als tenminste een aantal Amerikaanse politici, onder leiding van senator Ted Cruz, daar niet een stokje voor steken.
ICANN is de internationale non-profit organisatie die er, kort gezegd, voor zorgt dat de internet domeinnaam die je intypt vertaald wordt in het bijbehorende IP-adres, zodat je op die manier verbonden wordt met de gewenste website.
Daarnaast beheert ICANN de uitgifte van zogenoemde Top Level Domains (TLD) zoals .com en .nl. Voorheen was dat de verantwoordelijkheid van de IANA (Internet Assigned Numbers Authority), die dat deed onder toezicht van het Amerikaanse ministerie van Handel.
Na jaren van overleg en procedures wordt die verantwoordelijkheid eind deze maand overgedragen aan het multi-stakeholder* bestuur van ICANN.
Maar als het aan Ted Cruz en andere Republikeinse senatoren ligt, wordt die overdracht uitgesteld. Volgens Cruz (inderdaad, dezelfde senator die afgelopen week liet weten alsnog de kandidatuur van Trump voor het presidentschap te ondersteunen) maakt de overdracht de weg vrij voor autoritaire regimes om het internet over te nemen.
Meerderheid internetgebruikers is niet-Westers
Zo rond de eeuwwisseling zagen steeds meer regeringen het groeiende belang van internet in. Met als gevolg dat zij ook invloed wilden uitoefenen op de inrichting ervan (lees: de toewijzing van internetadressen).
Met name landen als Rusland en China beriepen zich op het feit dat de inwoners van hun landen een steeds groter deel van de internetbevolking vormen en eisten evenredige vertegenwoordiging bij het beheer over internet.
Het Amerikaanse toezicht dateert uit een tijd dat de meeste internetgebruikers in Amerika waren te vinden. Dat is al jaren niet meer zo.
Op een VN-top over de informatiemaatschappij in 2002 leidde de controverse zelfs tot het voorstel om elke regering een vetorecht over het internet te geven. Jarenlang heerste er een impasse rond de besluitvorming over het internetbestuur.
India probeerde in 2011 nog een VN-internetraad van de grond te krijgen. En in 2012 trachten Rusland, China en Saoedi-Arabië hun invloed uit te breiden via het internationale telecommunicatieverdrag.
Dat is niet gelukt: in maart 2014 kondigde Obama aan dat de VS het toezicht onder een aantal voorwaarden zouden overdragen. Die voorwaarden luiden:
- waarborgen voor de zekerheid en stabiliteit van internet
- versterking van het multi-stakeholder bestuursmodel
- geen enkele staatscontrole.
Nadat tijdens een ICANN-bestuursvergadering dit voorjaar in Marrakesh overeenstemming werd bereikt, gaf het Amerikaanse ministerie van Handel afgelopen augustus groen licht voor de overdracht.
Internet is niet perfect
Alle internetgebruikers hebben baat bij de nieuwe bestuursstructuur. Het internet hoort van ‘iedereen’ te zijn. Dat neemt niet weg dat landen als Rusland, China en recent Turkije hun eigen regels opstellen voor het gebruik ervan voor hun burgers.
Als Cruz c.s. er in zouden slagen om de bestuursoverdracht tegen te werken, zou dat wel eens kunnen leiden tot het tegenovergestelde van wat zij beogen: namelijk niet alleen onzekerheid over het voortbestaan van het internet zoals wij dat nu kennen, maar ook vertraging bij het verbeteren ervan.
Want het internet is niet perfect. Nog niet zo lang geleden liet Vint Cerf, één van de ‘vaders van internet’, weten welke twee zaken hij zou veranderen als hij het over mocht doen. Cerf liet overigens dezer dagen via Twitter blijken voorstander te zijn van de overdracht.
Steun een onafhankelijk ICANN via social media
Je kan zelf ook via Facebook, LinkedIn of Twitter je steun geven (onderaan de pagina van deze link).