Het blijkt maar weer eens uit het slotakkoord van de klimaattop: het gaat om de woorden. De juiste woorden, wel te verstaan, om 196 grote én kleine landen zover te krijgen er hun handtekening onder te zetten. Ik betwijfel of er zoveel consensus bestaat over de nieuwe woorden van 2015. Er staan, naar mijn mening, weinig woorden op de lijst van Van Dale’s Woord van het Jaar die tot de verbeelding spreken.
Van de 35 woorden op de lijst zijn er maar twee, die naar mijn mening iets toevoegen aan de Nederlandse taal:
- tinderellasyndroom – verschijnsel dat men zo afhankelijk is geworden van datingapps, zoals Tinder, dat men niet meer goed in staat is in real life te flirten en te daten (woordspeling van Tinder en Cinderella (Assepoester)).
- speeljuweel – op het lichaam gedragen kleinood met spelfunctionaliteiten, zoals een smartwatch.
Uiteraard staat op diezelfde lijst ook het woord dat het Genootschap Onze Taal een paar weken geleden al heeft uitgeroepen tot het woord van 2015: sjoemelsoftware.
Wat ik een beetje jammer aan dit soort lijstjes vind, is dat de bron er niet bij staat. Iemand moet als eerste op het idee zijn gekomen en zeker als het om de uitverkiezing van het beste woord gaat, moet de ‘uitvinder’ er naar mijn mening bij staan.
Onderzoek
Hoe dan ook, de door Van Dale opgestelde lijst prikkelde mijn nieuwsgierigheid: hoe vaak is er bij de zoekmachines gezocht naar de betekenis van die woorden?
Dat onderzoek leverde een nogal teleurstellend resultaat op. Met uitzondering van ‘sjoemelsoftware’ (al dan niet aan elkaar geschreven) behaalden de nieuwe woorden in de meeste gevallen niet meer dan enkele honderden zoekresultaten.
In de loop van het jaar heb ik zelf ook een lijst met neologismen aangelegd. Die woorden heb ik aan een ander onderzoek onderworpen: hoe vaak worden die woorden op internet vermeld? Voor de overzichtelijkheid heb ik mij beperkt tot een aantal van tien woorden. Ik heb er de twee meest gebruikte zoekmachines in Nederland voor gebruikt (de cijfers dateren van ongeveer twee weken geleden). Het resultaat tref je hieronder aan:
Misschien niet echt opmerkelijk is dat een industrieel schandaal (het verzwijgen door autofabrikanten van de werkelijke CO₂-uitstoot van bepaalde modellen) tot zoveel vindplaatsen leidt. Er treedt bovendien enige vertekening op doordat het woord ‘dieselgate’ ook in andere landen wordt gebruikt.
Over andere landen gesproken: wel opmerkelijk was dat het Britse Oxford Dictionaries dit jaar niet een woord, maar een symbool tot ‘het woord van 2015’ uitverkoos: de emoji. Ons allen bekend van de software (zoals Whatsapp en Facebook) die wij gebruiken om tegenwoordig met elkaar te communiceren.
En ik vraag mij af of het wereldwijde gebruik van emoji’s ook niet meteen de vraag oplost of wij een ironieteken moeten invoeren? Emoji’s bieden daartoe namelijk diverse mogelijkheden.
Tot slot: het Duitse Genootschap Onze Taal heeft vorige week het woord ‘Flüchtling’ uitgeroepen tot woord van het jaar 2015. Ook iets om over na te denken met de kerstdagen.
U kunt op de site van Van Dale nog tot en met maandag, 14 december (17:00 uur) stemmen op hun selectie van het woord van het jaar.
“Taal is niet gewoon een of andere kunde of vaardigheid – het is datgene wat denken mogelijk maakt, wat denken onderscheidt van niet-denken, het menselijke van het niet-menselijke.”
– Oliver Sacks, Seeing Voices.