Memorabel 2014 – deel 3 (slot)

Cover_Adrian_Monck2014 was al een woelig jaar wat de media betreft, maar de affaire rond de Trouw-redacteur die bronnen bleek te hebben verzonnen, deed letterlijk de deur dicht. Het leverde de laatste dagen van 2014 bespiegelingen over het vak op van niet de minsten uit het vak: van Hans Laroes (oud-hoofdredacteur NOS-Journaal) tot Pieter Klein (adjunct-hoofdredacteur RTL Nieuws) – allen zijn zij het over één ding eens: de journalistiek verkeert in een vertrouwenscrisis.

De meest opmerkelijke bijdrage aan het debat was echter van Mark Deuze, die op zaterdag 27 december in NRC/Handelsblad een stuk schreef waarin hij de affaire ‘in een brede maatschappelijke context plaatste’ – zoals hij het zelf noemde. Opmerkelijk niet alleen door de inhoud, maar vooral ook door de reacties erop. Heeft u er nog niets van ‘meegekregen’, dan bent u het snelst ‘bij’ door het blog van Deuze te lezen.

Media en vertrouwen. Die twee hebben altijd al op gespannen voet met elkaar geleefd. Adrian Monck heeft over dat spanningsveld in 2008 een heel aardig boekje geschreven, waarin hij vier redenen noemde waarom de media in de jaren negentig van de vorige eeuw het vertrouwen verloren.
1. Het product beantwoordde niet meer aan de behoeften van de consument.
Voor alle duidelijkheid schreef hij erbij: het was niet alleen de vorm, maar de inhoud. Dat laatste zal elke journalist (jong of oud) bekend in de oren klinken.
Elke website heeft tegenwoordig een lijst met ‘Meest gelezen artikelen’. Die lijsten tonen al aan waar het verschil zit tussen redactie en lezers als het om prioriteiten gaat.
En uiteraard speelt de generatiekloof een rol: het interesseert iemand jonger dan dertig echt geen ene moer of de Rolling Stones nog doorgaan met muziek maken. Of, dichter bij huis: wat Johan Cruyff van het Nederlandse voetbal vindt.
Bovendien: je kan nieuws toch ook googlen…?
2. Een gebrek aan vertrouwen in alles wat ‘van boven’ komt.
‘De media’ worden door veel mensen toch gezien als iets ‘van boven’ (zie de reacties op Deuze’s artikel in NRC). Bovendien worden de media gezien als brengers van slecht nieuws en rampspoed én zijn ze sensatiebelust! De burger wordt mondiger…
3. Pure onwetendheid
Veel mensen hebben geen flauw idee welke signatuur een krant heeft. Wie kent überhaupt dat woord? De communis opinio is ‘De meeste media zijn toch links…..’ De vraag is ook nog eens of de media zelf nog wel weten welke signatuur ze hebben.
4. Wij meten gewoon het verkeerde – vertrouwen is voor consumenten helemaal niet zo’n issue. Net zo min als het dat trouwens is voor de eigenaren van de media, de investeerders. Kijk naar de banken. Na de kredietcrisis vertrouwt niemand ze meer, maar ze zijn er nog steeds… Ze worden beschouwd als een ‘noodzakelijk kwaad’. Het publiek is sceptischer geworden.

Oplossing? Een deel van de oplossing zit ‘m in open data:  het vrijelijk toegang geven tot al die gegevens – van overheden, instellingen en bedrijven – waar ooit de media met veel pijn en moeite alleen toegang toe kregen. Maak het moeilijker voor de mensen om onwetend te zijn. Daarnaast heeft open data als voordeel dat nieuwe media het zullen gebruiken om te duiden of te onthullen.

Feiten
Tot slot nog een paar feiten over 2014: na de overname door de Persgroep (de Volkskrant, Algemeen Dagblad, Trouw en Het Parool) van Wegener begint de Nederlandse krantenwereld steeds meer te lijken op een twee uitgeversland.
Realiseren wij ons trouwens dat nu NRC Media eigendom is geworden van het Belgische Mediahuis (De Standaard, Het Nieuwsblad, Gazet van Antwerpen en Het Belang van Limburg), dat Belgische uitgevers meer dan de helft van de Nederlandse dagbladenmarkt in handen hebben?

Bron: Marktmonitor

Ook de Nederlandse tijdschriftenmarkt kende veel veranderingen en met uitzondering van bladen als Linda is het lek daar nog steeds niet boven. De damesbladenmarkt werd in 2014 overigens verrijkt met de komst van de Nederlandse editie van Harper’s Bazaar.

Je zou het in een tijd van Google bijna vergeten, maar er zijn nog persbureaus. Alleen wel minder: het ANP nam Novum over.

Als wij topman Bert Habets van RTL mogen geloven valt het allemaal wel mee in de omroepwereld. Dat laatste woord gaat trouwens ook op de schroothoop: RTL is een ‘media- en entertainmentbedrijf’.

Maar ook uit dat interview blijkt dat de omroepbonzen de hete adem van internet in hun nek voelen hijgen. Netflix is in menige huiskamer al de norm, terwijl (illegale) alternatieven als PopcornTime in populariteit groeien.

Lichtpuntjes om mee af te sluiten: natuurlijk het onvolprezen Blendle. En is het u al opgevallen dat de Correspondent er een concurrent bij heeft gekregen in de vorm van Jalta, dat ‘kwaliteit en verdieping’ en ‘de beste commentatoren’ belooft?