Al in 1965 waarschuwde hij met zijn boek ‘End of the Game’ voor het uitsterven van zeldzame diersoorten. De foto’s die hij maakte van kuddes olifanten hebben nu museale waarde – simpelweg omdat er nauwelijks meer kuddes olifanten zijn.
Beard was een a-typische fotograaf. Nadat hij op 17-jarige leeftijd samen met schrijver en filmer Quentin Keynes een verslag maakte van de jacht op neushoorns in Afrika, liet het lot van de Afrikaanse dierenwereld hem niet meer los. Hij ging regelmatig terug naar dat werelddeel om er in dagboeken en collages verslag van te doen.
In de vroege jaren 60 werkte hij in het Tsavo National Park in Kenia. Daar legde hij de dood van meer dan 35.000 olifanten en 5.000 zwarte neushoorns door jagers en stropers vast.
“Hoe dieper de mens Afrika binnendrong, hoe sneller het leven eruit wegvloeide, uit de vlaktes en uit het oerwoud (…) verdwijnend in hectares trofeeën en huiden en karkassen.”
Beard voelde zich meer antropoloog dan kunstenaar (hij studeerde kunstgeschiedenis aan Yale University). De fotografie beschouwde hij als een middel om zijn visie op het leven weer te geven. Zijn leven lang stond in het teken van het natuurbehoud en de strijd tegen klimaatverandering, met name in zijn geliefde Afrika.
Na ‘End of the Game’ volgde in 1973 ‘Eyelids of morning: the mingled destinies of crocodiles and men’. Een fotoboek over de betekenis van de krokodil voor de inheemse bevolking van Afrika zoals weerspiegeld in hun mythen, symbolen en hun dagelijks leven. En de verwoestende impact van jagers, ontdekkingsreizigers en projectontwikkelaars op het bestaan van de krokodil.
Zijn kennismaking met de Deense Karen Blixen (die onder het pseudoniem Isak Dinesen het beroemde ‘Out of Africa’ publiceerde) leidde in 1975 tot een derde fotoboek: ‘Longing for Darkness’.
Het boek was geschreven door Kamante Gatura, een Keniaanse vluchteling die door Blixen werd gered toen hij gewond werd aangetroffen op haar koffieplantage.
Na een overzichtstentoonstelling van Beard’s werk in het International Center of Photography in New York werd hij gevraagd om fotoreportages te maken voor LIFE magazine, Vanity Fair en zelfs modebladen als Vogue en Elle.
Beard werd een graag geziene gast in het New Yorkse nachtleven van de jaren zeventig en tachtig. Hij noemde zijn belevenissen in die tijd een ‘antropologische studie’. De modellen die hij door zijn werk leerde kennen beschouwde hij als een te beschermen diersoort en fotografeerde hij bij voorkeur in hun natuurlijke staat.
Zijn liefde voor het Afrikaanse dierenrijk werd hem in 1996 bijna fataal, toen hij in Kenia al fotograferend werd aangevallen door een olifant. Daarbij werd zijn linkerbeen doorboord. Hij werd met spoed in een jeep naar een ziekenhuis in Nairobi vervoerd, waar hij bij aankomst geen polsslag meer had. Hij verliet het ziekenhuis daags later met 21 metalen pinnen in zijn been.
In 2004 verscheen zijn laatste boek, ‘Zara’s Tales: Perilous Escapades in Equatorial Africa’, opgedragen aan de dochter uit zijn laatste huwelijk met de Afghaanse Nejma Khanum. Beard was eerder getrouwd met Minnie Cushing en Cheryl Tiegs.
De afgelopen jaren werd zijn leven gekenmerkt door juridische kwesties over het eigendom van zijn werk. Beard had in de loop van zijn leven veel foto’s en collages cadeau gegeven aan vrienden en bekenden. Zijn vrouw, die – naarmate Beard’s gezondheid verslechterde – optrad als zijn zaakwaarnemer, eiste die werken terug. Niet iedereen wilde daar vrijwillig aan meewerken.
Eind maart werd Beard als vermist opgegeven door zijn familie. Op 19 april werd zijn lichaam gevonden in een natuurgebied bij Montauk (op Long Island), waar hij jarenlang woonde. Zijn familie gaf een verklaring uit met als laatste woorden:
“He died where he lived: in nature.”
P.S. Beard’s eerste boek is nu een verzamelaarsobject geworden.
Zijn foto’s en collages worden op veilingsites voor duizenden dollars aangeboden.