Op 4 mei stond er een artikel in het FD onder de titel ‘In innovatiemagneet Stockholm steken start-ups elkaar de helpende hand toe’. Een week eerder vond in Amsterdam The Next Web Europe 2015 plaats, waar Neelie Kroes het Nederlandse StartupDelta aanprees. Hoe groot is de kans dat dit Nederlandse initiatief een succes wordt?
The Next Web Europe vierde eind april het 10-jarig bestaan. Terecht iets om trots op te zijn voor oprichters Boris Veldhuijzen van Zanten en Patrick de Laive. Er waren dit jaar maar liefst 3500 deelnemers uit 63 landen. The Next Web is in die tien jaar uitgegroeid tot de belangrijkste technologie conferentie van Nederland en gooit ook in het buitenland hoge ogen.
Het zijn echter niet alleen de lezingen van prominente binnen- en buitenlandse gasten die The Next Web elk jaar weer de moeite waard maken. Minstens net zo interessant zijn de presentaties van start-ups, die dingen naar de prijzen die er te winnen zijn. Dit jaar was het venture capital bedrijf henQ dat een ton beschikbaar stelde voor een veelbelovende start-up. Die presentaties geven een aardige indruk van nieuwe ontwikkelingen en het aanwezige talent in de digitale wereld.
Het blijft daarom vreemd dat ‘Zweden schittert als innovatieland en Nederland met een plek in de categorie ‘volgers’ genoegen moet nemen’, zoals Frank Gersdorf in het FD-artikel schreef. En wat ‘eenhoorns’ betreft – softwarebedrijven na 2003 opgericht en nu meer dan 1 miljard dollar waard – staat ons land ook in de onderste regionen.
Hoe komt het dat ‘wij’ als een van de welvarendste landen ter wereld internationaal gezien op digitaal gebied zo laag in aanzien staan? Ondanks The Next Web en Rockstart? Naar mijn mening zijn er drie hoofdoorzaken:
- De late adoptie door het Nederlandse bedrijfsleven van internet
Halverwege de jaren negentig (van de vorige eeuw) wist half Nederland nog nauwelijks wat internet was, laat staan welke toekomstmogelijkheden het medium had te bieden. Internet was iets obscuurs en bovendien ‘moeilijk’. Terwijl ergens in een garage in Silicon Valley een stel adolescenten Google zat uit te vinden, hadden wij hier nog de grootste moeite om Windows 3.1 te installeren. - Slechte toegang tot startkapitaal
Jawel, er zijn hier ook venture capitalists (VC’s), business angels en participatie-maatschappijen, maar die lopen niet echt te koop met hun geld. Vraag een willekeurige voorbijganger op straat of hij er één kan noemen en in negen van de tien gevallen zal men je glazig aan kijken. Daarnaast wordt het buitenlandse investeerders niet makkelijk gemaakt om hier voet aan de grond te krijgen, zo wist een betrouwbare bron mij tijdens The Next Web te vertellen (waarover hier misschien een andere keer). - Het Nederlandse onderwijs is verre van tech-savvy
In het basisonderwijs zouden kinderen in de hogere groepen al vertrouwd moeten worden gemaakt met het schrijven van eenvoudige computerprogramma’s. Dat kan spelenderwijs, de tools ervoor zijn al aanwezig. Vanaf de middelbare school moet het serieus worden opgepakt. Om nou te zeggen dat ons onderwijs hopeloos verouderd is, gaat wat al te ver en een iPad-school is ook niet echt de oplossing, maar duidelijk is dat er iets moet gebeuren.
In juni wordt de webportal van StartupDelta gelanceerd. Voor 2016 staat een StartupFest op het programma. We gaan het zien…. En hopelijk komen wij dan berichten op Twitter tegen die een Nederlandse plaats aanprijzen als het start-up ‘mekka’ van Europa in plaats van de onderstaanden: