Feit van de week (week 9, 2015)

Vorige week beschreef Toine Heijmans in de Volkskrant zijn ervaringen met een WOB-verzoek bij het Ministerie van Justitie en Veiligheid. De WOB, dat is de Wet Openbaarheid van Bestuur. Ooit, in 1991, ontstaan in het geloof van een transparante overheid én het vertrouwen in een eerlijke burger. Bedoeld ook als ‘wapen’ waarmee journalisten en andere waarheidsvinders de overheid kunnen dwingen om inzage te geven in documenten die anders gesloten zouden blijven. Continue reading “Feit van de week (week 9, 2015)”

Trekken media les uit ‘Parijs 7-9 januari 2015’?

Cover van The New Yorker

Toen Gunther Walraff in 1985 zijn boek “Ganz Unten” publiceerde, ging er een golf van verontwaardiging door Duitsland. In zijn boek – in feite een undercover reportage – beschreef  Wallraff misstanden in de werkomstandigheden van buitenlandse gastarbeiders in de Duitse industrie. Ze werkten soms 300 uur per maand in mensonterende omstandigheden. De publicatie leidde tot onderzoeken van justitie bij de in het boek genoemde werkgevers, die er door middel van rechtszaken alles aandeden om Walraff het werken verder onmogelijk te maken.
Vanaf dat moment echter konden politiek, media en het grote publiek er niet meer omheen: de groeiende aanwezigheid van wat toen nog ‘gastarbeiders’ heetten, was een issue. Na vertaling – de Nederlandse titel was “Ik (Ali)”  – ook in andere Europese landen.

In het Mediaforum (De Ochtend, Radio 1) zei Jeroen Smit – bekend van “De Prooi” en tegenwoordig hoogleraar Journalistiek aan de Faculteit der Letteren van de Rijksuniversiteit Groningen – vrijdagochtend onder meer het volgende:

“De les die de Nederlandse media uit deze gebeurtenissen moeten trekken is: doen wij er eigenlijk wel genoeg aan? Hebben wij genoeg experts dat zij dit stuk van de samenleving voldoende aan het woord laten, voldoende in kaart brengen, reportages maken…..Ik denk dat je dan schrikt van het antwoord.”

Smit was niet de enige die naar aanleiding van de gebeurtenissen in Frankrijk een oproep deed voor verantwoorde journalistiek. Ook Remko van Broekhoven – politicoloog en docent aan de School voor Journalistiek in Utrecht – hield op de website van de nieuwe reporter een soortgelijk pleidooi.

‘Evenwichtige berichtgeving’
En het is dat Volkskrant magazine dit weekend voor een belangrijk deel gewijd was aan succesvolle Turkse Nederlanders, maar waarom zijn er zo weinig artikelen in de mainstream pers verschenen over inspirerende immigranten? Wij zijn immers ook niet zuinig met succesverhalen over ‘onze eigen soort’, dus waarom niet – tussen alle berichten over losers, tuig en terroristen – ook eens aandacht voor die vertegenwoordigers van onze multiculturele samenleving?
De zakelijke media hebben daar de afgelopen jaren wél regelmatig aandacht aan besteed.
Zo stond de topman van luchtvaartmaatschappij Corendon, Atilay Uslu, in 2010 al op de cover van managementblad De Zaak en nog vorig jaar schreef ik voor hetzelfde blad een artikel over het boek Tutti Frutti. Auteur Saskia Maarse reisde twee jaar lang kriskras door het land om de verhalen op te tekenen van eerste-, tweede- en derdegeneratie migranten over wat het ondernemen hun gekost én gebracht heeft. Dat zijn verhalen die zowel voor autochtone als allochtone Nederlanders interessant zijn en een ander beeld geven van een bevolkingsgroep die doorgaans weinig flatteus in beeld gebracht wordt.
Het is misschien niet sensationeel, maar het is die sensatiezucht die onder meer leidde tot het ontsporen van de redacteur bij Trouw.

Memorabel 2014 – deel 3 (slot)

Cover_Adrian_Monck2014 was al een woelig jaar wat de media betreft, maar de affaire rond de Trouw-redacteur die bronnen bleek te hebben verzonnen, deed letterlijk de deur dicht. Het leverde de laatste dagen van 2014 bespiegelingen over het vak op van niet de minsten uit het vak: van Hans Laroes (oud-hoofdredacteur NOS-Journaal) tot Pieter Klein (adjunct-hoofdredacteur RTL Nieuws) – allen zijn zij het over één ding eens: de journalistiek verkeert in een vertrouwenscrisis.

De meest opmerkelijke bijdrage aan het debat was echter van Mark Deuze, die op zaterdag 27 december in NRC/Handelsblad een stuk schreef waarin hij de affaire ‘in een brede maatschappelijke context plaatste’ – zoals hij het zelf noemde. Opmerkelijk niet alleen door de inhoud, maar vooral ook door de reacties erop. Heeft u er nog niets van ‘meegekregen’, dan bent u het snelst ‘bij’ door het blog van Deuze te lezen.

Media en vertrouwen. Die twee hebben altijd al op gespannen voet met elkaar geleefd. Adrian Monck heeft over dat spanningsveld in 2008 een heel aardig boekje geschreven, waarin hij vier redenen noemde waarom de media in de jaren negentig van de vorige eeuw het vertrouwen verloren.
1. Het product beantwoordde niet meer aan de behoeften van de consument.
Voor alle duidelijkheid schreef hij erbij: het was niet alleen de vorm, maar de inhoud. Dat laatste zal elke journalist (jong of oud) bekend in de oren klinken.
Elke website heeft tegenwoordig een lijst met ‘Meest gelezen artikelen’. Die lijsten tonen al aan waar het verschil zit tussen redactie en lezers als het om prioriteiten gaat.
En uiteraard speelt de generatiekloof een rol: het interesseert iemand jonger dan dertig echt geen ene moer of de Rolling Stones nog doorgaan met muziek maken. Of, dichter bij huis: wat Johan Cruyff van het Nederlandse voetbal vindt.
Bovendien: je kan nieuws toch ook googlen…?
2. Een gebrek aan vertrouwen in alles wat ‘van boven’ komt.
‘De media’ worden door veel mensen toch gezien als iets ‘van boven’ (zie de reacties op Deuze’s artikel in NRC). Bovendien worden de media gezien als brengers van slecht nieuws en rampspoed én zijn ze sensatiebelust! De burger wordt mondiger…
3. Pure onwetendheid
Veel mensen hebben geen flauw idee welke signatuur een krant heeft. Wie kent überhaupt dat woord? De communis opinio is ‘De meeste media zijn toch links…..’ De vraag is ook nog eens of de media zelf nog wel weten welke signatuur ze hebben.
4. Wij meten gewoon het verkeerde – vertrouwen is voor consumenten helemaal niet zo’n issue. Net zo min als het dat trouwens is voor de eigenaren van de media, de investeerders. Kijk naar de banken. Na de kredietcrisis vertrouwt niemand ze meer, maar ze zijn er nog steeds… Ze worden beschouwd als een ‘noodzakelijk kwaad’. Het publiek is sceptischer geworden.

Oplossing? Een deel van de oplossing zit ‘m in open data:  het vrijelijk toegang geven tot al die gegevens – van overheden, instellingen en bedrijven – waar ooit de media met veel pijn en moeite alleen toegang toe kregen. Maak het moeilijker voor de mensen om onwetend te zijn. Daarnaast heeft open data als voordeel dat nieuwe media het zullen gebruiken om te duiden of te onthullen.

Feiten
Tot slot nog een paar feiten over 2014: na de overname door de Persgroep (de Volkskrant, Algemeen Dagblad, Trouw en Het Parool) van Wegener begint de Nederlandse krantenwereld steeds meer te lijken op een twee uitgeversland.
Realiseren wij ons trouwens dat nu NRC Media eigendom is geworden van het Belgische Mediahuis (De Standaard, Het Nieuwsblad, Gazet van Antwerpen en Het Belang van Limburg), dat Belgische uitgevers meer dan de helft van de Nederlandse dagbladenmarkt in handen hebben?

Bron: Marktmonitor

Ook de Nederlandse tijdschriftenmarkt kende veel veranderingen en met uitzondering van bladen als Linda is het lek daar nog steeds niet boven. De damesbladenmarkt werd in 2014 overigens verrijkt met de komst van de Nederlandse editie van Harper’s Bazaar.

Je zou het in een tijd van Google bijna vergeten, maar er zijn nog persbureaus. Alleen wel minder: het ANP nam Novum over.

Als wij topman Bert Habets van RTL mogen geloven valt het allemaal wel mee in de omroepwereld. Dat laatste woord gaat trouwens ook op de schroothoop: RTL is een ‘media- en entertainmentbedrijf’.

Maar ook uit dat interview blijkt dat de omroepbonzen de hete adem van internet in hun nek voelen hijgen. Netflix is in menige huiskamer al de norm, terwijl (illegale) alternatieven als PopcornTime in populariteit groeien.

Lichtpuntjes om mee af te sluiten: natuurlijk het onvolprezen Blendle. En is het u al opgevallen dat de Correspondent er een concurrent bij heeft gekregen in de vorm van Jalta, dat ‘kwaliteit en verdieping’ en ‘de beste commentatoren’ belooft?

Content? Welke content?

Content_marketingContent marketing. Een magische term die iedereen werkzaam in de communicatiebranche momenteel in zijn greep houdt. Google de term er maar eens op na: u krijgt zeker meer dan 350 miljoen zoekresultaten voorgeschoteld. Iedereen is op zoek naar de heilige graal, die ene ring (precious!), de gouden formule.
Een week of wat geleden werd er in Utrecht een congres aan gewijd. Een zaal vol – opmerkelijk genoeg – vrouwen en een enkele man werd door binnen- en buitenlandse deskundigen ingewijd in de geheimen van de content…..

Letterlijk vertaald betekent content natuurlijk gewoon ‘inhoud’. Koop of bestel een product en op de verpakking staat altijd ergens wel ‘Content’, gevolgd door een heel verhaal (of opsomming van de ingrediënten).
En om dat verhaal gaat het. Zoals het eigenlijk overal om ‘het verhaal’ gaat. Margot Bloomstein vindt zelfs dat je daar als bedrijf/merk/persoon een strategie voor moet hebben: een content strategie. Bloomstein adviseert in de VS diverse bedrijven over hun content strategie. Volgens haar is dat:

‘Het plannen van de creatie, de levering en het beheer van nuttige, gebruiksvriendelijke inhoud, die bij een merk past.’

Bloomstein hield haar gehoor de volgende vraag voor: ‘Zitten wij te wachten op nóg meer content?’
‘Nee’, schudde natuurlijk iedereen het hoofd. Vooral ook omdat Bloomstein er het adjectief crappy (waardeloze) aan toe voegde. Nee, niemand zit te wachten op nog meer crappy content.

“Het gaat ook niet om méér content, maar om de JUISTE content”, aldus Bloomstein. Zij ondersteunde haar keynote met slides, geprojecteerd op de muren van de hal. En zo deed zij overtuigend verslag van een autorit die zij ooit met haar ouders maakte. Haar ouders wilden onderweg ergens eten, maar de grote reclameborden onderweg toonden alleen maar variaties op hot dog-restaurants. “Ze kregen niet de juiste content te zien, dus stopten ze niet.”

Content, aldus Bloomstein, beïnvloedt de ervaring. Zoals alle goede literaire auteurs weten. Je moet dus weten naar wat voor ervaring je IKEA_wandelroutebezoekers op zoek zijn. Sommigen willen – net als in een fysieke winkel – eerst even op hun gemak bekijken wat er zoal in huis is..
In dat verband noemde Bloomstein de bewegwijzering in IKEA-filialen: je kan kiezen voor de snelle of de langzame route. In het laatste geval ‘ontdekt’ de bezoeker zelf het product.

Biedt de bezoekers van je website een goed verhaal als ze daar naar op zoek zijn – daar kwam Bloomstein’s keynote in feite op neer.

Met dat goede verhaal worstelen ook de grote merken bleek nog diezelfde week uit de column van Annet Aris in Het Financieele Dagblad onder de titel Verdwijnt in de digitale wereld de magie van het merk? Aris geeft les in digitale strategie aan businessschool Insead in Fontainebleau.
Aris probeerde in haar column een aantal argumenten te benoemen vóór en tegen de stelling dat merken minder belangrijk worden in een digitale wereld. Afgelopen donderdag volgde in hetzelfde dagblad een reactie van Roland van der Vorst. Van der Vorst verhuisde vorig jaar naar Singapore – na hier een aantal jaren succesvol een reclamebureau te hebben geleid – om in Azië zijn geluk als ondernemer te beproeven.
Citaat:

“Als merken dromen verkopen die niets te maken hebben met wat ze daadwerkelijk doen, kunnen ze beter inpakken. Een merk plaatst dat wat een organisatie doet in een context, het biedt een verhaal dat keuzes afdwingt bij stakeholders. Wie dat verhaal niet waarmaakt, wordt afgestraft. Maar dat verhaal blijft belangrijk. Digitalisering doet namelijk de grenzen tussen productcategorieën vervagen. Dat roept identiteitsvragen op waar het merk antwoord op kan geven.”

Het verhaal is nog lang niet afgelopen. Wordt (ongetwijfeld) vervolgd.

Moeder van alle Lifestyle magazines is 45 geworden

Interview_cover_45th_anniversaryHet begon ooit als een geintje: John Wilcox zei in 1968 tegen Warhol dat hij ook een blad moest gaan maken. Wilcox was een bladenman, hij was de oprichter van The Village Voice. Het moest een filmblad worden – om de simpele reden dat redacteur Gerard Mangala en Warhol het jaar daarvoor geen perskaarten kregen voor het New York Film Festival. Continue reading “Moeder van alle Lifestyle magazines is 45 geworden”

‘Een televisieserie is net zo goed literatuur’

Cover_De_Blauwe_MuzeHet zou een interessant onderzoek zijn: vraag een x aantal mensen wat hun favoriete series zijn en hoeveel tijd ze er naar kijken. Vraag ze vervolgens hoeveel boeken ze lezen en hoeveel tijd ze daaraan besteden. Doe dat elk jaar, zodat je vergelijkingsmateriaal hebt. Volgens Manon Uphoff is de beste literatuur tegenwoordig namelijk op televisie te zien.

In het pamflet De blauwe muze analyseert Uphoff bekende series als Deadwood, Mad Men, The Wire en The Game of Thrones en ontdekte daarin literaire elementen.
In de VPRO gids zei Uphoff daarover:
“Een serie kijken is een beetje zoals je vroeger literaire feuilletons had in de krant. Er wordt nu wel geklaagd dat lezers een dikke roman niet meer aankunnen, maar er wordt vergeten dat de lezer destijds zo’n verhaal ook in stukken en brokken kreeg toegediend. Dat was een heel normale manier van lezen.”

Uphoff zegt in het artikel dat zij het kijken naar een serie niet ziet als ‘een keuze voor het een of tegen het ander’. “Je volgt de dialogen, je vertaalt voortdurend dingen die je op het scherm ziet, je moet verschillende verhaallijnen en plotwendingen onthouden.” Zij noemt het kijklezen en verzet zich tegen de opvatting dat ‘series kijken lui en passief maakt’.

 

Thema’s
Mad_Men_season6_posterLezen is – in tegenstelling tot wat sommigen denken – een actieve bezigheid. Wij ondergaan de aanwezigheid, de stem van een boek. En net als een boek beïnvloedt een serie onze verbeelding, onze verlangens en onze ambities.
Het beste voorbeeld vind ik persoonlijk Mad Men, waarin een tijdsbeeld wordt geschetst van het leven in ‘het land van de onbegrensde mogelijkheden’ vijftig jaar geleden. In de serie volgen wij de levens van een aantal personages werkzaam bij een reclamebureau op Madison Avenue in New York tegen de achtergrond van de historische gebeurtenissen uit die tijd – de eerste ruimtevaartvluchten naar de maan, de moord op president J.F. Kennedy, de oorlog in Vietnam.
De kracht van de serie zit ‘m in de thema’s: identiteit, relaties (man – vrouw verhouding, homofilie), verhouding werk – privé, racisme, de consumptiemaatschappij vs. de tegenbeweging. Thema’s die nog steeds aan de orde van de dag zijn en ons dus onwillekeurig een spiegel voorhouden: wat is er veranderd? Is er iets veranderd? Wat is er dan veranderd?

Nederlands
Enige kanttekening bij het pamflet van Uphoff : geldt haar analyse ook voor Nederlandse dramaseries? Al haar voorbeelden komen uit het buitenland! Wat te denken van Goede tijden, slechte tijden, een serie die volgend jaar het 25-jarig bestaan viert!?
Qua kijkcijfers halen de door Uphoff genoemde buitenlandse series het niet vergeleken met de meest succesvolle Nederlandse concurrenten: Flikken Maastricht bijvoorbeeld scoort gemiddeld twee miljoen kijkers per aflevering!

Als haar analyse ook opgaat voor Nederlands drama op de televisie, dan kunnen wij Cyrille Offermans namelijk als cultuurpessimist terzijde schuiven. In diens laatste essaybundel Wat er op het spel staat maakt hij de balans op van de kunst en literatuur na 1945. Volgens  Offermans draait het alleen nog maar om geld en wat economisch nuttig is. Ware kunst doet een beroep op de ‘hoogste intellectuele en creatieve vermogens’ van het publiek. En draagt dan ook de mogelijkheid in zich van verandering, omdat ‘elke reële verandering begint met een fictieve’.
Zou Offermans naar dramaseries kijken?

Tip: op 17-11 begint de vijfdelige serie Suspicious Minds van scenarist Daan Windhorst en regisseur Ivo van Aart.

Is Facebook inderdaad een bedreiging voor traditionele nieuwsmedia?

Christian van Thillo zat er niet ver naast, toen hij afgelopen week op het marketingcongres 24festival zei dat ‘Facebook een grotere bedreiging voor traditionele media vormt dan Google’. Eigenlijk is ‘alles wat om aandacht vraagt’ concurrentie, schreef de oprichter van GigaOM Netwerk, Om Malik, begin dit jaar. Volgens Malik hanteren wij – anno 2014 – een te beperkte  definitie van het begrip ‘media’: het kan net zo goed een game zijn of een internetplatform. Continue reading “Is Facebook inderdaad een bedreiging voor traditionele nieuwsmedia?”

Hoe het Nederlands televisielandschap in rap tempo verandert

Go Pro cameraHet is niet veel groter dan twee lucifersdoosjes, heeft geen scherm, maar is desondanks één van de snelst groeiende rages in de VS op het gebied van video: Go Pro. Eenmaal gemonteerd op een helm, fiets of surfplank – kortom, alles wat beweegt – filmt de met een groothoeklens uitgeruste camera alles wat de gebruiker maar in beeld wil brengen. Een video op het Go Pro kanaal van YouTube trekt gemiddeld een half miljoen kijkers. Net zoveel als de late night talkshow Pauw op NPO 1….. Continue reading “Hoe het Nederlands televisielandschap in rap tempo verandert”

Voetbalkaartje

Plattegrond Man United stadion
Plattegrond stadion Manchester United

Gisteravond Louis van Gaal in steenkolen Engels horen uitleggen waarom Manchester United – thuis! – heeft verloren van Swansea City (1 – 2). “Dee dit not plee as a team”, zei Louis.

Hij werd overtroefd door Ruud Gullit, die in de BBC-studio zat om commentaar te geven.
Vergelijk die twee eens met Arsène Wenger, de man die sinds mensenheugenis Arsenal coacht. Hij zag zijn team op het nippertje van Crystal Palace winnen. Op de een of andere manier klonk zijn Engels met Frans accent verstaanbaarder, dan het Engels met Hollandse tongval van de twee Nederlanders.
Voorlopig zal het aan de fans niet liggen: volgepakte stadions, terwijl een voetbalkaartje in Engeland toch al gauw € 150,- kost. In Duitsland betaal je voor een wedstrijd van FC Köln minstens € 78,- . Moet je hier eens kijken: € 45,- vinden wij al veel. Vind je het gek dat er van de Nederlandse Eredivisie wordt gezegd dat het een ‘Mickey Mouse-competitie’ is?