Spreken wij nog wel dezelfde taal of gebruik jij een andere app? (deel 1)

We spreken allemaal een taal, maar wat is taal eigenlijk? Geleerden weten het nog steeds niet. Toch zijn er 18.000 nieuwe woorden bijgekomen in de 15e editie van de dikke Van Dale, die afgelopen week werd gepresenteerd.

‘Baby’s van vier maanden draaien hun hoofd weg als zij een vreemde taal horen. Terwijl zij wél luisteren naar wat hun eigen taal gaat worden. Zo klein als zij zijn, weten ze dus precies wat hun moedertaal is. Zelfs in de baarmoeder blijken ze al klankpatronen te herkennen.’ Aldus psycholinguïst Pim Levelt in een interview dat hij al weer jaren geleden gaf.
Kleuters die naar de basisschool gaan, hebben een woordenschat van 2150 woorden. Nu ken ik ouders die meteen zullen zeggen: ‘Nou, mijn kind kent er méér, hoor!’’
Tuurlijk…

Dat brengt ons bij het aloude ‘nurture-nature debat’: hoeveel is aangeboren en welke informatie pikt een kind uit zijn omgeving op?
‘Bij blogs, Facebook en Twitter hoort spreektaal’, zei Ton den Boon, hoofdredacteur van de dikke Van Dale, tegen Margriet Oostveen. ‘Neem een begrip als emotie. Mensen hebben tegenwoordig ‘ergens emoties bij’ of moeten ‘emoties vasthouden’ en in The Voice of Holland zegt Ali B tegen een kandidaat ‘Ik voel jou’. Mensen leerden door Twitter in 140 tekens hun diepste gevoelens formuleren en dat leidt tot een nieuw soort creativiteit in de taal.’

Dus vinden we o.a. de volgende woorden in de nieuwe editie van de dikke Van Dale:

Beyoncévlieg paardenvlieg met een opvallend, goudkleurig achterlijf
Bucketlist lijst van dingen die iemand – m.n. iem. Die terminaal ziek is, nog wil doen of bereiken in zijn leven
Comazuipen in korte tijd zoveel alcohol drinken dat het gevaar bestaat in coma te raken

We weten natuurlijk dat die kleuter waar wij het eerder over hadden, wanneer hij eenmaal volwassen is geworden over een woordenschat beschikt van om en nabij de 45.000 woorden. Actieve woordenkennis wel te verstaan – dat wil zeggen: de woorden die op een juiste manier gebruikt worden in de dagelijkse omgang. De passieve  woordenkennis kan veel groter zijn – woorden die men gedeeltelijk of geheel wel begrijpt.

Bronnen: Van Dale, Max Planck Instituut/Radboud Universiteit (Grafiek: Tak van Sport)
Bronnen: Van Dale, Max Planck Instituut/Radboud Universiteit (Grafiek: Tak van Sport)

25 jaar geleden zei de taalgeleerde Noam Chomsky dat de vragen die toen werden gesteld over taalkunde veel subtieler en interessanter waren dan de vragen die in 1960 werden gesteld. Chomsky zei dat tijdens een congres waar hij een pleidooi hield voor Universele Grammatica: wat hebben talen en mensen gemeen? Hoe zit taal in onze hersenen? En: hoe groeit dat taalgebruik?

Laten wij daar anno 2015 eens een leuke vraag aan toevoegen: wat gaat het gebruik van apps als Swiftkey voor ons taalgebruik betekenen? Voor wie Swiftkey niet kent: SwiftKey is een alternatief toetsenbord, dat woorden probeert aan te vullen en te voorspellen op basis van wat gebruikers in het verleden hebben getypt. De app bestaat sinds 2010 en wordt door miljoenen gebruikers in meer dan 60 landen gebruikt.
Onlangs lanceerden de makers een nieuwe versie  – voorlopig alleen nog in het Engels: SwiftKey Neural Alpha. De gangbare versie gebruikt woorden op basis van eerder verstuurde berichten, sms’jes, Twitter en Google-zoekopdrachten. De app kent echter niet de betekenis van woorden – Neural Alpha moet daar verandering in gaan brengen:

(Dit is deel één van een serie over taal)